Classic Car Magazine

De grootste kleine Opel


Toen Opel zich net voor de eerste wereldoorlog de grootste autoconstructeur van Duitsland mocht noemen, bestond het gamma uit ‘Kleinen’ en grote ‘Starken’ Motorwagens. Die grote waren door hun forse omvang niet erg handig en werden, gezien de periode, dan ook hoofdzakelijk ingezet voor militaire doeleinden. De kleine modellen waren wel begerenswaardig, vooral dan bij de meer begoeden, een auto was in die jaren immers nog steeds niet voor iedereen weggelegd.
De vergetelheid voorbij

Of er daar nog veel van zijn? Een paar jaar geleden hebben we een poging ondernomen om een overzicht te maken van de nog bestaande Opel Motorwagens uit het messingtijdperk, de periode 1899-1924. Momenteel staat de teller op 123 wagens, wereldwijd. Niet veel als je weet dat Opel destijds de grootste Duitse constructeur was. Maar door de twee oorlogen zijn er heel wat van die auto’s gesneuveld. De overblijvers komen bijna allemaal uit Engeland en Scandinavië, landen die minder te lijden hadden onder het oorlogsgeweld. De lijst is vast nog niet compleet. Er staan gegarandeerd nog wel enkele exemplaren verborgen in een of andere donkere garage of kelder. Door het samenstellen van die lijst zijn er veel contacten en vriendschappen ontstaan. En zo belandt er nu een messing Opel in dit magazine.
Tijdens de opzoekingen kwamen we in contact met een Opel dealer uit Zwitserland die een mooie messingwagen in zijn showroom had staan. De auto werd vooral gebruikt als publiekstrekker op evenementen of bij feestelijkheden in de familie. De eigenaar was destijds zo vriendelijk om enkele foto’s te bezorgen om ons overzicht completer te maken.
Vorig jaar kwam plots een mail dat hij de auto wilde verkopen. Of wij iemand kenden die interesse zou hebben? Natuurlijk wisten wij iemand…

Formaliteiten

De afkomst was bekend, dus verwachtten we ons niet aan een waagstuk. De presentatie loste in ieder geval alle beloftes in. Enige punt van twijfel was dat er geen papieren bij de auto waren. Op zich geen probleem, zij het niet dat de auto in Zwitserland stond, buiten de EU dus.

Onze sponsors

Dat was dan meteen de belangrijkste bekommernis. Krijg je een auto van buiten de EU en zonder papieren de grens over? En nog belangrijker, is het mogelijk zo’n auto bij ons in te schrijven? Enkele transporteurs gevraagd naar raad maar niemand kon een sluitend antwoord geven. Administratie is nu eenmaal ook niet hun tak van sport. Maar een praatje met de douane en de Belgische federatie van oude voertuigen (BFOV) wees uit dat het via een speciale procedure wel zou lukken.

Zo stonden uiteindelijk toch alle lichten op groen om de koop te sluiten. Ondertussen was het wel al winter en lag er in Zwitserland sneeuw op de baan. Zelf de auto ophalen op een open aanhanger was niet echt een optie. Een firma uit Wiesbaden maakte een mooie offerte en zou zorgen voor het transport.

De nieuwe aanwinst werd opgehaald en twee dagen later veilig en wel geleverd in een gesloten vrachtwagen met Opel Classic logo erop. Toeval bestaat niet. De transportfirma rijdt regelmatig voor Opel Classic en heeft daarom een vrachtwagen voorzien van hun reclame.

Klaar dan voor de formaliteitenfinale: met de Zwitserse documenten naar de douane om via de BFOV toestemming te krijgen om de wagen in te schrijven. Na enkele weken was ook dat in orde en kon de wagen na goedkeuring bij de technische controle voorzien van een nummerplaat.

Allemaal bijzaak want het belangrijkste is dat we een mooie Opel Motorwagen in onze collectie hebben.

Cabrio was standaard


Het gaat over een cabriolet met vier zitplaatsen. In de geest van de tijd is die uitvoering niet eens zo uitzonderlijk. Cabriolet was toen immers standaard, voor een gesloten opbouw moest je bijbetalen. Vooraan twee zetels, geen doorlopende bank. De achterruimte is royaal bemeten. Een bank voor twee en plaats genoeg om nog twee inklapbare kinderzitjes in te bouwen. Bij deze auto is dit niet het geval. De zetels en bank zijn net als de zijpanelen bekleed met bordeaux leder. De rug van de voorste zitjes en de vloer zijn bedekt met dezelfde kleur tapijt. Daaronder zit een houten bodem. Bij gerestaureerde auto’s is dat meestal een volle houten plaat, origineel waren dat latten. Onze Opel Motorwagen heeft nog de originele vloer.
Het cabriodak is geen echt leder maar een doek die aan de buitenzijde behandeld is met een soort vet. Op de prijslijsten sprak men over ‘ledertuch’. Standaard werden de auto’s geleverd met ‘segeltuch’. Ook deze afdekking is nog in goede staat. Zo’n dak is trouwens meer bedoeld als zonnescherm dan om door de regen te rijden, de zijkanten zijn immers volledig open.

Geen naam maar veelzeggend nummer


Tegenwoordig pakken merken uit met klinkende namen. In het begin van de automobielgeschiedenis was dat anders. De benaming bestond uit een enkele letter of een typenummer. Daar zit natuurlijk een logica achter. Een automobiel was nog geen gemeengoed en dus een interessante bron van belastinginkomsten. De maatstaf van heffing was gebaseerd op het aantal pk (Pferdestärke). Als je het zo bekijkt, was de naam letterlijk een indicatie voor het vermogen. Zowel van de auto als de eigenaar.
Deze auto is een 8/22 PS. Het aanbod kleine wagens in 1914 bestond uit een 5/12, 5/14, 6/16 en 8/22 PS. Daarnaast was er ook het aanbod grote wagens met de 10/28, 14/34, 18/40, 20/45, 25/55, 29/70, 34/80 en 40/100 PS. Onze 8/22 PS, met zijn wielbasis van 3090 mm, was dus de grootste kleine Opel Motorwagen in 1914.

Zwitserse veteraan

De 8/22 PS was nieuw in 1914 en was de opvolger van de 8/20 PS die in 1911 op de markt kwam. Eigenlijk was er bijna geen verschil in het model, alleen de cilinderinhoud van de 8/22 was iets groter dan van de 8/20 PS. De 8/20 – 8/22 PS werd geleverd als Torpedo Doppel Phaeton, Landaulet of Limousine. Vanaf 1916 kwam daar een Zweisitzer en een Offener 6 Sitzer bij.
Maar terug naar onze auto. Die is nog in een heel mooie originele toestand. Hij werd destijds geregistreerd in Zwitserland bij de ‘Schweizer Veteranen Club’ met paspoortnummer 88. Hiervan kan je een mooie messing badge terugvinden op de auto. Via die club hebben we ondertussen ook een kopie bekomen van het oorspronkelijke verslag.
1914 – net voor de oorlog – werd de 8/22 PS ook voorzien van metalen wielen, tot 1913 maakte men gebruik van houten wielen. Hierdoor werden er ook grotere banden (815x105) gemonteerd, tegenover de 810x90 die het jaar voordien standaard waren.
De motor is een 4 cilinder met een boring van 75mm en een slag van 125mm, de cilinderinhoud is dan ook 2.2 liter. Hij levert ongeveer 22 pk en dat is net voldoende om de 1200 kg zware auto verder te bewegen. De smering van de motor gebeurt door de zogenaamde ‘baggerölung’, een systeem waar Opel een patent op had. Na - of tijdens - de oorlog werd dit systeem vervangen door een automatische oliepomp. Maar deze heeft dus nog de baggerölung. Concreet wil dat zeggen dat de chauffeur in de bestuurdersruimte een messing reservoir heeft waar olie in gedaan moet worden. Als de motor draait komt er in dat reservoir een ketting in beweging waar kleine schoepen op gemonteerd zijn. Die schoepen nemen dan een kleine hoeveelheid olie op en gieten die in een leiding die naar de motor gaat. Op die manier smeert men de motor. Er is geen retour, de olie verbrandt gewoon mee. Onderaan is ook een kraantje waardoor eventuele overvloedige olie afgelaten kan worden. Verbruik is ongeveer 0.1 liter per 100 kilometer. De koeling gebeurt door water en de auto beschikt al over een waterpomp.
De carburator is van het merk Zenith, de magneetontsteking van Bosch. Het ontstekingstijdstip kan men instellen aan het stuur, belangrijk is bij het starten de ontsteking laat te plaatsen. Een elektrische starter heeft de auto nog niet, zwengelen is dus de boodschap.
Het verbruik van zo’n auto zit rond de 15 liter benzine per 100 kilometer.
De lederen konus koppeling zorgt ervoor dat de kracht via een cardan naar de achteras gaat. Op die cardan is ook een noodrem gemonteerd die men met de voet kan bedienen. De eigenlijke remmen zijn met de hand te bedienen (aan de buitenzijde) en zijn eigenlijk maar twee kleine trommels op de achterwielen. Remmen is dus een groot begrip – koetsen stonden destijds ook niet onmiddellijk stil.
De 4 versnellingen vooruit en de achteruit bedien je eveneens met de hendel langs de buitenzijde, naast de remhendel.
Het koetswerk bestaat uit een houten frame, gemonteerd op stalen U-profielen als chassis, en bekleed met een metalen plaat. De grote verlichting vooraan is niet elektrisch maar met lampen die werken op gas. De tank staat op de tredeplank. De zijdelingse- en achterste verlichting zijn lantaarns die werken op petroleum. Een ander systeem dat destijds veel werd gebruikt was verlichting door middel van carbuur.
Al fluitend op weg

Genoeg technische details. En nu rijden…

Vanzelfsprekend eerst kijken of er genoeg benzine, water en olie in de auto is. Staat de auto in neutraal? Staat de rem op? Heel belangrijk is ook de bandendruk. Door de gemonteerde Wurstel banden kan je bijna niet zien of een band plat staat. En als hij platter staat kan de binnenband zich verplaatsen tegenover de velg met als gevolg dat het ventiel kan afscheuren. En zo een band vervangen is nu ook niet het plezierigste onderweg.
Dan zien dat de benzine tot aan de carburator geraakt. De auto heeft geen benzinepomp. Onder het stuur is een handpomp gemonteerd waarmee we druk zetten op de benzinetank, die achteraan gemonteerd is. Zo komt de benzine tot vooraan. Eens de auto draait gaat een gedeelte van de uitlaatgassen naar de tank waardoor die zorgen voor druk. Als de tank genoeg druk heeft en de benzine is vooraan kan je de carburator laten vollopen. Niet vergeten de ontsteking in te schakelen en het ontstekingstijdstip aan te passen en dan slingeren maar!
En weg zijn we... Schakelen doe je bij een zeer laag toerental, anders lukt het niet. Door de gebrekkige remmen is afstand houden belangrijk en bij dalingen is het superbelangrijk om in een lage versnelling naar beneden te rijden. Maar het is een hele ervaring om met een Opel Motorwagen de baan op te gaan. Topsnelheid is volgens de folder van 1914 65 km/u, maar in werkelijkheid is ontspannen rijden bij 45 à 50 km meer aan te raden. Door de standaard voorruit was het ineens ook al veel aangenamer rijden in de 8/22 PS dan met de 8/20 PS.
Ook een leuk detail is het fluitje dat gemonteerd is op de motor, bovenaan een van de cilinders, naast een bougie. Door middel van een kabel naar binnen kan je het ventiel bedienen en komt er een fluitend geluid uit doordat er compressiedruk door het fluitje gaat.
Voor de sportievere chauffeurs is er ook de mogelijkheid de uitlaat uit te schakelen door een klep open te doen waardoor de uitlaatgassen niet door de knalpot moeten maar eerder naar buiten vliegen, een sportief geluid is het resultaat.
Eens de rit ten einde, is het belangrijk dat de druk van de benzinetank is, anders blijft er nog een hele tijd benzine naar voor vloeien.

Opel Motorwagens


Bij aanvang van dit artikel had ik het over een lijst die we gemaakt hebben over de nog bestaande Opel Motorwagens. Zoals gezegd staat de teller nu op 123. Dit gaat over de periode 1899 tot 1924, de zogenaamde messing periode.
Het grootste deel van de 123 overgebleven auto’s komt uit de periode 1909-1914, de jaren dat Opel enorm populair was en een van de eerste merken die betaalbare auto’s kon aanbieden. Uit die periode zijn er nog 78 auto’s op de lijst, waarvan de helft 5/12, 5/14 en 6/16 PSmodellen. Een van die auto’s, en waarschijnlijk nog de bijzonderste, is de Huxel 5/12 PS uit de collectie van Opel.
Tijdens de oorlog liep de productie van personenwagens verder, zij het op een laag pitje. De bouw van vrachtwagens ging dan weer de hoogte in door de militaire vraag. Na de oorlog kwam de productie weer traag op gang en werden in eerste instantie de modellen van net voor de oorlog weer terug gebouwd. Het zou duren tot 1921 alvorens de fabriek weer op volle toeren draaide. De Opelmodellen werden in die jaren ook voorzien van een indrukwekkende ‘Spitzkühler’, een enorme spitsvormige messing radiator.
Trouwens van de vrachtwagens bestaan er nog 2 exemplaren.
Opel was net voor de oorlog ook zeer actief op gebied van motorsport, de drie renwagens van 1913 bestaan nog steeds en in 1914, het jaar van onze Motorwagen, kwam Opel met het groene monster aan de start van verschillende races. Ook deze wagen is nog in bezit van Opel en werd onlangs nog ingezet tijdens een strandrace in Denemarken.

Tekst en foto’s: Bart Buts

https://www.facebook.com/profile.php?id=100008885192855

Fotoreportages
1914 Opel 8/22PS @ Antwerp Concours d'Elegance Wijnegem

(c) Polleke

1914 Opel 8/22PS @ Antwerp Concours d'Elegance Wijnegem

(c) Serge

Volg ons ook op social media

CCDA Classics
ICONS Classic Cars
CDDA Kalender
ICONS Classic Cars
ICONS Classic Cars
ICONS Super Cars