Classic Car Magazine

Meor - Mercedes in topconditie
ICONS of elegance 2.3 (2016)

“Kom maar eerst naar hier, dan kun je de garage en auto’s nog zien. We zullen dan daarna samen naar de nieuwbouw rijden,” zegt Mark Vandale onze afspraak aan de telefoon. Als ik inhaak, weet ik nog niet dat ik die dag nog heel wat superlatieven zal gebruiken. Niets dan lof over het merk met de ster, maar meer nog over Meor, die gespecialiseerd zijn in het restaureren, onderhouden en herstellen van Mercedes-Benz oldtimers en classics. Er staat zoveel moois bijeen in de kraaknette werkplaats. Een handvol auto’s – nou zeg maar twee – staat netjes opgesteld. Courante types, bijzondere zeldzame modellen en zelfs een unicum uit het echte begin van de automobiel. Het lijkt wel een museum. Ondanks het feit dat hier gewerkt wordt, ziet het er extreem keurig uit. Je kunt van de vloer eten. En de stock met te repareren stukken of vervangonderdelen heeft veel weg van de vitrine bij een juwelier. ‘Das beste oder nichts.’ De slogan lijkt wel speciaal voor Meor geschreven. Alles ademt hier klasse en kwaliteit.

Hij doet het nog altijd

“Reeds van op jeugdige leeftijd hadden mijn broer Bart en ik een passie voor Mercedes-Benz. Mijn eerste wagen was een afdankertje die bij ons in de schuur lag. Het betrof een 280 s W 108. Ik had mijn vader gevraagd of ik die wagen mocht hebben. Dat werd goedgekeurd en meteen had ik mijn eerste restauratieproject. De wagen werd met mijn toen nog beperkte kennis op punt gesteld en tegen dat ik mijn 18de verjaardag mocht vieren was mijn pareltje klaar om in het verkeer te komen.”
“Dat verhaal is natuurlijk heel lang geleden,” gaat Mark verder. “Maar met enige fierheid kan ik zeggen dat de 280 s uit 1971 nog altijd rijdt.”
“Na de humaniora ging ik naar het VHTI (momenteel VIVES) waar ik een opleiding A1 graduaat automechanica volgde. Onmiddellijk na deze studies kon ik aan de slag bij Mercedes-Benz te Waregem. Aanvankelijk was dat in de sectie vrachtwagens maar algauw werd een transfer gedaan naar de afdeling personenwagens en als de kans zich voordeed werd ik ingezet voor de oldtimers. Ik kon les volgen bij Mercedes en steeds meer verdiepte ik me in de oudere modellen zoals daar zijn: de ponton (W180), pagode (W113), 190 sl (W121), de W111, W112, W100,… enz.

Wat aandacht krijgt, groeit

Bij mij thuis had ik een eigen werkplaats waar ik naar hartelust kon sleutelen. Dat is zo enkele jaren gegaan tot Bart en ik besloten de zaken wat professioneler aan te pakken. Dat leidde tot het ontstaan van Meor (Mercedes Exlusive Oldtimer Restoration). Aanvankelijk werden de zaken eerder kleinschalig aangepakt, maar ons concept sloeg algauw aan waardoor vele klanten zich aandienden met hun Mercedes om te restaureren of te herstellen. Er werd personeel aangeworven en door het succes werd ons huurpand te klein. Toen werd beslist om een hele nieuwe garage te bouwen op de industriezone ‘De Gouden Appel’ in Oostrozebeke. In augustus is ons atelier met man en macht verhuisd naar onze huidige locatie.
Bart staat in voor alles wat papier aangaat (facturatie, personeel, ...) en ik ben verantwoordelijk voor de technische kant van de zaak.”

Tot in de puntjes

Bij Meor verzorgen ze naast volledige restauraties ook onderhoud en herstellingen van Mercedes oldtimers. Bij een volledige restauratie wordt de wagen volledig gestript. Het koetswerk wordt gestraald met soda en daarna hersteld waar nodig. De kas wordt dan geschilderd in de gewenste kleur. Intussen worden alle technische delen volledig gereviseerd: motor, vooras, kardanas, vesnellingsbak, achteras, … Alle rubbers worden vervangen, de chroom wordt herdaan, alle leidingen voor remmen, benzine en dergelijke meer worden nieuw gemaakt. Het ganse remsysteem wordt gereviseerd. Als alle componenten klaar zijn, worden ze terug op de wagen gemonteerd tot de wagen weer compleet is. De laatste stap in de restauratie is het interieur. Dat wordt ook volledig vernieuwd: leder, tapijten, houtwerk… Het eindresultaat is een quasi nieuwe wagen weliswaar met de technologie van de tijd waarin de wagen geproduceerd werd.
Tekst en foto’s: Mark Vandaele, Karina Ramaekers