Classic Car Magazine

Passero
Racewagen van eigen makelij

Werner Castelyns

Dat een racewagen geen onwaarschijnlijk duur snelheidsmonster hoeft te zijn, bewijst Werner Castelyns uit Retie. Op eigen houtje bouwde hij een remake van een BT21, een hommage aan de formule wagen waarmee de legendarische Australiër Jack Brabham extra momentum kreeg. De ‘Passero’ is een auto van ver buiten de mainstream en toch kreeg die vorm zonder aanslag op de portemonnee. Gewoon met goedkope of gekregen spullen en onderdelen van de Simca voorraadplank.

Onze sponsors

Simca stek


Werner was als jonge knul geobsedeerd door Simca. De microbe beet hem in de merkgarage van zijn vader. Daar was ruimschoots gelegenheid om te fröbelen met de techniek. Later bij de schoolopleiding automechanica en diverse bijscholingen bouwde hij zijn kennis verder uit. Uit die vaardigheden ontstond een revival van een Simca 1000 Rallye 1 waarmee hij wedstrijden voor klassiekers reed.

In 2018 is dan een andere jongensdroom gerealiseerd: een historische eenzitter nabouwen. Het idee daarvoor ontstond in 1990 tijdens een bezoek aan de Classic Club Race in Zolder. Werner bestudeerde de mechaniek van de voorbijrazende kistjes en dacht bij zichzelf: hightech is dat niet, eerder een grote meccano. Zo’n wagen moet toch zelf te bouwen zijn…

Op grote schaal

De Passero is gebaseerd op Brabham’s BT 21, een formule wagen uit 1967. Hoeveel er daarvan precies gebouwd zijn, is in nevelen gehuld. De ene bron rept over 45 exemplaren, een ander noemt 54. Wat het aantal ook is, het karretje is zeldzaam. Zoveel is duidelijk!


Online vond Werner een ‘Heller’ bouwdoos van de Brabham. Op de bijhorende tekeningen waren zowel het voor- en achteraanzicht alsook het boven- en zijaanzicht te zien. Precies wat hij nodig had! Met het schetsje in de hand trok hij naar een kopiecenter dat ook plannen op groot formaat print voor architecten. Als het voor de bouw van een huis kan, dan ook voor een auto. De bouwtekening is op schaal vergroot. Aan de hand van die A1 afdruk zijn dan de juiste maten voor de onderdelen berekend. Dat was best nog wel wat puzzelen maar het obligate cijferwerk kan je beschouwen als voorspel. Ietwat tijd daaraan besteden levert door de band genomen meer genot.

Goedkoop sleutelplezier

De Passero is dan wel een lichtgewicht kanon, toch vereist de opbouw ervan meer dan één paar opgestroopte mouwen. Gelukkig was er de hulp en expertise van kennissen en liefhebbers en zo werd de zelfbouw racewagen langzaamaan in model geduwd. Het ding heeft net geen 2.500 euro gekost, nog geen fractie van ‘een échte’, lacht Werner. En dat is te danken aan het feit dat alles gerealiseerd is in eigen beheer en met budgetvriendelijk of gekregen materiaal.

Hetzelfde maar toch net anders


De hele opbouw staat stap voor stap beschreven op de website passeroracing.com. Heerlijk voer voor de liefhebbers van techniek. Voor wie het graag wat compacter ziet…

In de originele BT21 stak een 1000 cc Ford MAE motor. Werner gebruikte een Simca horizon 1300 motorblok en dito versnellingsbak. Die is betrouwbaar en sterk genoeg voor een Formule 3-auto, weet hij. De kas is zelfgemaakt. Op een simpel buizenchassis is een koetswerk aangebracht dat deels bestaat uit alu en deels uit polystyreen. De platen hiervoor kwamen van een buurman die bij de vuilkar werkt. De siliconen en plamuur zijn aangedragen door een andere kameraad. Als uitbater van een winkel in carrosserie- en polyesterproducten leverde hij de nodige tips voor het maken van de epoxy mal. Na het raamwerk wordt het kostelijk, zegt Werner. Velgen, vering, klokken, … dat tikt aardig aan. Een set tweedehands banden kost 150 euro tegenover 800 voor nieuwe. Dat scheelt een serieuze slok op de borrel.
Over drinken gesproken: de wagen rijdt en stuurt als een kart en verbruikt naar zeggen 4 à 5 liter op 100 km.

Symboliek

In de racewagen zit heel wat symboliek. Noem het gerust een eerbetoon aan iconen uit de auto- of motorsport. Om te beginnen is er de link naar de Australische coureur-constructeur Jack Brabham, naar wiens ontwerp de replica tot stand kwam. Ook de kleurkeuze heeft een eigen verhaal. Het Lotus-groen verwijst naar Werners bewondering voor de Schot Jim Clark. Het cijfer 25 dat op de neus prijkt, refereert naar een ander idool: de eerste Belgische wereldkampioen motorcross in de 500 cc-klasse René Baeten. En de naam Passero tenslotte… die spreekt voor zich. Zie hem gaan!

Nummer 2

Het bouwen van een auto schept een vriendenband. Het team van Passero Racing bestaat uit een handvol enthousiaste liefhebbers van vintage racing die naast het sleutelen aan de replica ook graag ermee rijden. Regelmatig is het kwartet dan ook te spotten op trackdays op circuits. Als een wat statischer aanpak gewenst is, dan presenteren ze de Passero met graagte op beurzen en events. De wagens trekken daar publiek aan als vliegen op een strooppot. Inderdaad we spreken van wagens. Meervoud dus, want ondertussen is er ook al een tweede exemplaar onthuld. Een felrode met startnummer 52. Omdat alle mallen toch gemaakt en voorhanden zijn… En, zoals de recente ophokplicht ons geleerd heeft, omdat in gezelschap de koffie toch echt veel en veel beter smaakt.

Lees ook in het ICONS middenkatern van Klassiek & Techniek
Neem hier een abonnement.

Tekst: Karina Ramaekers
Foto’s: Werner Castelyns, CCDA

Fotoreportages
Passero Simca op Cars, Coffee & More Kasterlee
(c) Serge

Volg ons ook op social media

CCDA Classics
ICONS Classic Cars
CDDA Kalender
ICONS Classic Cars
ICONS Classic Cars
ICONS Super Cars