Classic Car Magazine

ICONS uit de Autosport

Oldtimerbeurs Limburghal Genk, maart 2018

Kijkcijfers Oldtimerbeurs weer eens de hoogte in


De 10de Oldtimerbeurs in Genk (2018) was een waar succes. De organisatie blikt tevreden terug. Wat in 2009 bescheiden begon in één deel van de Limburghal beslaat tegenwoordig het hele eventcomplex, inclusief het voorplein buiten. Om en bij de 8.000 m2 oldtimerplezier. De jaarlijkse bijeenkomst is al lang geen regionale aangelegenheid meer, maar een volwaardige titel op de beurskalenders. Een publiekstrekker tot ver buiten de grenzen van Limburg en zelfs België! De bezoekers komen dan ook uit de vier windstreken. Datzelfde geldt voor de clubs die er ieder jaar weer prachtige stands opbouwen met steeds wisselende oldtimers! Daarnaast kleuren exposanten de beursvloer met een fraai aanbod oldtimers, onderdelen, accessoires, gereedschappen, literatuur, schaalmodellen en memorabilia! Grote dank aan allen om de beurs jaar op jaar tot voltreffer te maken. Om dit klassiekerevent in goede banen te leiden kan organisator Ludo Vandecasteele vanaf dag één rekenen op de steun van een geolied team: Albert Lenaerts en Johny Youck met de Old Opel Veteran Club. Proficiat!

CCDA draagt al jaren haar steentje bij voor het luik PR. En dat kwam zeker tot uiting bij de 10de editie. Voor het jubileum werd voor het eerst in de geschiedenis van de beurs een speciaal thema gelanceerd: iconen uit de autosport. Onder die noemer was een fraai set rally- en racewagens te bewonderen in de parketzaal van de Limburghal. Voor de gelegenheid omgedoopt tot ‘icons-hall’. De spraakmakende stillevens daar oogstten veel bekijks. En dezelfde bewondering gold voor de eigenaars van deze pronkstukken als voor de autocoureurs en hun collega’s technische team die anekdotes en avonturen uit de tijd van toen ten berde brachten.

De aanwezige bezoekers waren alvast erg te spreken over de extra hall en het beursthema. Het eerbetoon aan ‘de iconen’ kreeg mee vorm door de hulp van Hans Calsius van Rally van Looi, moderator Gilbert Vannutte, de enthousiaste eigenaars die hun wagens ter beschikking stelden voor de expo en de bemanning wiens naam of deco op de tentoongestelde exemplaren prijkte. De pen van journalistiek icoon Walter Rombauts die mee voor de verslaggeving tekende. Aan allen die de revue passeerden: een welgemeende dank je wel. Het uitzonderlijke treffen leverde alvast boeiende verhalen. Het hoofd en hart van de aanwezigen is weer wat meer gevuld met leuke herinneringen.

Rest ons de plezante taak die impressies te visualiseren en te delen. Met plezier!

ADELBERT ENGLER (mustang Garage)
PROMOOT MUSTANG MET ROCKSTERALLURES

Beschaafd als geen ander doet hij toch aan het Wilde Westen denken. Misschien heeft het te maken met het feit dat hij ‘Mister Mustang’ is. Op de Oldtimerbeurs in Genk zorgde hij dan ook dat een kopie van de Ford Mustang Coupé V8 van Johnny Hallyday daar kon pronken.

Lees meer

Hans Calsius
MAAKTE ZIJN DEBUUT BIJ DE RALLY VAN LOOI

Wie de auto’s op de expo in de ‘Icons-hall’ aandachtig bestudeerde, had zijn naam al zien opduiken: Hans Calsius. De man ademt autosport, wat hem - zeg het niet voort - stiekem de bijnaam van ‘rallypedia’ oplevert. Het verhaal van zijn grote passie verloopt zoals bij de meeste liefhebbers: Matchbox-autootjes, stripverhalen van Michel Vaillant, modelbouw van rallywagens en op 16-jarige leeftijd met de oudere neef en een handvol kameraden naar de cross kijken. Supporteren voor Robert Droogmans in de Haspengouwrally. Of discuteren over de auto’s, rijstijl en resultaten van ‘gouwgenoten’ als Snijers, Colsoul, Vandermaesen, … Er zijn er nogal wat hier uit de buurt. Gespreksstof genoeg dus.


Ondertussen heeft Hans zelf al ruim 23 jaar actieve dienst in de Belgische rallysport als bijrijder in verschillende spraakmakende auto’s. In de Vosges Rallye Festival 2017 met Adelbert Engler in de Johnny Halliday Ford Mustang. In de Daun Rallye Mile – zoals het feest in de Eifel officieel heet – en begin dit jaar nog in de Legend Boucles met Johan Frank Dierickx in de Porsche 911 SC 3.0 Group 4 in Belga kleuren, ofte die waarmee Marc Duez en Willy Lux in 1982 het Internationale Belgisch Rallykampioenschap domineerden.

Maar wie de archieven erop naslaat, weet dat Hans Calsius ooit zijn debuut maakte als co in 1995. Hij zat samen met Olivier Hermans van Yokohama in de rallywagen die als allerlaatste over het podium reed in de negentiende en laatste editie van de Rally van Looi.

Verschillende mensen betreurden het stoppen van die bekende proef omdat ze een leemte naliet. Een paar ‘die hards’ besloot in 2014 om de draad terug op te pikken. Een goed jaar later werd de ‘Memorial Rally Van Loo’ in de plooien gegooid en kwamen Classic Car Drivers met hun prachtige machines de Limburgse wegen sieren. Eén van die doorzetters van het eerste uur is Hans Calsius, die voor de micro iedereen eraan herinnert dat op 8 september 2018 de vierde editie doorgaat. Staat genoteerd!

Dirk Vermeersch
SUCCES ALS AUTORACER EN ZAKENMAN

Dirk Vermeersch’s palmares in de autosport overlopen is binnen deze beperkte ruimte onbegonnen werk. Onthouden we van hem dat 1977 het knallende jaar was waarin hij de 24 Uren van Zolder op zijn naam schreef. Meteen ook het jaar dat hij als reserve-piloot werd aangeduid bij het succesvolle Juma-BMW team. Hij reed in de training de vierde tijd, maar het waren wel Eddy Joosen en Jean-Claude Andruet die gezamenlijk de 24 Uren van Francorchamps 1977 op hun illustere namen schreven.

Lees Meer

Fred Franssen (Copiloot Gilbert Staepelaere)
120 KEER ATOOMKLOK NAAST GROTE RALLYPILOTEN

De samenkomst van autosport-iconen in de Limburghal van Genk schonk ook aandacht aan de navigators in de rallywagens. Die mannetjes die omwille van een laag zwaartepunt lager zitten dan de piloot en nauwelijks over de voorruit kunnen kijken. Toch zijn ze de precisieklokken die maken dat de bestuurder de ‘kist’ op de soms aalgladde smalle wegeltjes kan houden. Zo redden ze hun beider hachje en scoren in het beste geval de zege in een rally.

Lees meer

Herinnering uit de eighties:
Robert Droogmans

België kijkt massaal naar Amerikaanse series als Dallas en Dynasty , luistert naar popmuziek op de walkman, draagt trilobal trainingspakken en poseert voor pasfoto’s met torenhoge kuiven en nektapijtjes,…
De ‘eighties’ zijn de geschiedenisboeken ingegaan met een paar opmerkelijke verschijnselen. Niet alle trends hebben de tand des tijds overleefd. Gelukkig maar!? Wat na al die jaren wel nog altijd staat als een huis zijn de resultaten van Robert Droogmans. Droogmans die samen met Snijers en Duez in de jaren ‘80 deel uitmaakte van de drie musketiers onder de vleugels van Gilbert Staepelaere, heeft flink wat titelambities waargemaakt. Het stuur van de Ford Escort RS 1800 MKII werd vaak naar de hoogste positie gedraaid. We pikken er één topmoment uit: de Limburgiarally van 1982. Feit is dat de wagen toen niet getooid was met de kenmerkende sigarettenreclame. ‘Den Druuge’ joeg de auto naar het ereschavot met een sportief sobere uitmonstering. Eenvoud siert.
Streekrijders Guy en Kevin Leclere hebben een remake van de Escort in deze uitmonstering. Een jaar of wat geleden stond hij te kijk in Zelem aan de promostand van Memorial Rally van Looi. Aanleiding genoeg voor Robert om - voor de verandering niet met de auto, maar met de fiets - naar het event te trappen. Hij complimenteerde voor het fraai stuk autogeschiedenis. Net als de bezoekers van de 10de Oldtimerbeurs in Genk waar de dubbelganger van de overwinningswagen zijn opwachting maakte.

Guy Moerenhout
HET FIAT-ABARTH SYNONIEM

Zo’n 180 Abarth, Fiat, Lada en Oost-Europese sportwagens staan te kijk in het 4500 m2 ‘Abarth Works Museum’ in Lier. Hoewel deze collectie mag worden beschouwd als zijn levenswerk, is Guy Moerenhout ook conservator van een memorabel rallytijdperk.

Lees meer

Yvette Fontaine

Kampioen van België
en twee-literklasse winnen in Le Mans

Begonnen in 1964 met een Mini ging Yvette Fontaine snel zowat alle disciplines van de autosport proeven: rally’s, klimkoersen, circuit en zelfs uithoudingsraces. Op de beursstand praatte ze ronduit over haar veelzijdige, vruchtbare autosportloopbaan. Ze is er terecht trots op. Als we haar aan het woord laten, begrijpt iedereen waarom.

Lees meer

EDDY JOOSEN
BLIKT TERUG OP ZIJN GOUDEN PLOEGMAATS


Bijna letterlijk uit goud gesmeed, reed Eddy Joosen de autosport binnen. Als lid van de Nationale Renstal Excelsior maakte hij zéér snel naam met een Alfa in klimkoersen en ook in Francorchamps. Daar boekte hij zijn grootste successen door er in 1977 en 1982 de wereldvermaarde 24 Uren van Francorchamps op zijn naam te schrijven. Als autosport-icoon te gast op de 10de Oldtimerbeurs in Genk was hij een graag beluisterd topcoureur. Toen Eddy Joosen op de praatkruk zat, pikte moderator Gilbert Vannutte direct in op het historische tijdperk waar BMW de plak zwaaide bij de toerwagens.

“Mijn zege in 1977 met Jean-Claude Andruet zal me steeds als de mooiste bijblijven”, opende Eddy Joosen zijn terugblik op wat een gouden autosportcarrière is geweest. “Het waren moeilijk bevochten races maar de BMW 530i lag als een Zwitsers uurwerk in onze handen. Net als andere teams kenden we ook tegenvallers in de race, maar maakten die telkens weer goed. Onze voornaamste concurrent, het team van Rudi Eggenberger, moest opgeven. In ons kamp stelden we vast dat de velgen scheurtjes vertoonden. Een probleem dat groter werd en onze zege bedreigde…”

“Wat nu ondenkbaar is geworden deden we toen… Aan Eggenberger vragen of we hun betere velgen mochten gebruiken! Ons verzoek werd ingewilligd! Meteen wisten we dat we op verdere pech na,
de 24 Uren zouden winnen. Het spreekt voor zich dat de recent betreurde Rudi Eggenberger één van mijn beste vrienden is gebleven.”

Gevraagd of hij nog andere bijzondere ploegmaats heeft gehad, zagen de bezoekers door Eddy’s ogen de film van zijn rijke autosportleven in 3D voorbijrollen. Diep mijmerend ging de Schotenaar voort.
“Met Armin Hahne en Hans Heyer, waarmee ik in 1982 won, is altijd een speciale band gebleven. Ook al werden het soms maar podiumplaatsen. Natuurlijk was Tom Walkinshaw ook één van mijn beste maats.”
“Een bepaalde periode maakte ik deel uit van zijn Rover-imperium. Maar het brengt me ook naar de
24 Uren van Le Mans waar ik in 1977 voor het Luigi Racing Team reed met een BMW 3,0 CSL. Mijn ploegmaats waren Tom Walkinshaw en Claude De Wael. We vielen echter uit met motorschade. Maar het was een immense ervaring. Le Mans was toen nog vooral berucht voor Les Hunaudières, de 5,5 km lange rechte lijn naar Mulsanne toe. We reden daar méér dan 300 km/u. Maar de prototypes – nu LMP1’s genoemd – staken ons gewoon aan een rotvaart voorbij… Dat vergeet je nooit…”

“Heb je nooit gedacht, ik ben met iets gevaarlijks bezig, met levensbedreigende risico’s”, wilde het publiek nog weten. Eddy formuleert de berekende risico’s. “Toen ik eenmaal grote en snelle wedstrijden reed, is het me wel eens door het hoofd geschoten dat ik risico’s nam. Op zo’n momenten vroeg ik me af of ik die gevaarlijke kanten wilde aanvaarden. In die tijd vielen er bijna bij iedere race doden te betreuren. De lijst is lang… Maar vanuit mezelf antwoordde de passie voor wat mijn hobby was, dat ik het wilde riskeren. Eens die beslissing genomen denk je d’r verder niet meer over na.” De talrijk aanwezige toehoorders sloten de babbel af met een respectvol applaus.

Mercedes-Benz
190E 2,3-16V

bouwjaar: 1985
cilinderinhoud: 2300cm³
max. vermogen: 230PK
versnellingsbak: 5 manueel
carburateurs: Elektronische Injectie
acceleratie 0 - 100 km/u: 5,5 sec
topsnelheid: 230 km/u

bijzonderheden:

Vandaag zou niemand hem nog als klein bestempelen. Maar eind 1982 gold de 4,50 meter lange en ca. 1,70 meter brede Mercedes-Benz 190 als compacte wagen. Het ‘Baby-Benz’ ontwerp van Bruno Sacco verscheen in verschillende varianten. Mercedes heeft een reputatie hoog te houden en wil niet alleen gekend zijn voor het innovatieve karakter, maar ook voor de prestaties in de autosport. Het mikte dan ook op de Deutsche Tourenwagen Meisterschaft (DTM) motorsport-serie. Auto’s die racen in dit kampioenschap moeten echter gebaseerd zijn op een straatversie, de zogenaamde homologatiemodellen. Daarom lepelde Mercedes een gepeperde Cosworth-motor in de 190 en brengt die versie in serieproductie. Een schot in de roos! Het high-performance model, beter bekend als de 190 E 2.3 – 16V, zou debuteren op de Frankfurt Auto Show in september 1983. Maar de auto kwam al eerder op de radar. Vier weken vóór de lancering hadden drie prototypes van het model in Nardo, Zuid-Italië verschillende wereldrecords gevestigd door non-stop 50.000 kilometer in 8 dagen te rijden met een gemiddelde snelheid van 240 km/u. Resultaten die een voorproefje werden van de 190’s latere carrière als sportauto.

Met de felicitaties van Jean Todt

Om te voldoen aan de vraag naar kleine, handelbare stadswagentjes, pakte Peugeot begin jaren zeventig uit met de Peugeot 104. Al snel volgde de chique 104 ZS, met driedeurskoetswerk en een sportieve uitrusting. Bij Peugeot Sport had men al snel in de gaten dat de kleine opdonder heel wat meer in zijn mars had dan ballades op de Champs Elysée. De Sportafdeling van het leeuwenmerk ontwikkelde gespecialiseerde competitieonderdelen voor de 104 ZS. Een troef die al gauw werd opgepikt door rallyliefhebbers.

Ook in het Limburgse Rekem bij de medewerkers van Peugeot-consessie D&V Motor deden de sportieve kwaliteiten van de
104 ZS een belletje rinkelen. En toen de officiële Peugeot 104 ZS van Lefèbvre-Todt op een schitterende tiende plaats eindigde in de Tour de Corse van 1977, werd het vermoeden helemaal bevestigd.

Bij D&V Motor bouwde men twee Peugeots 104 ZS Groep 2 naar het voorbeeld van het fabrieksorigineel. De broers Jos en Ludo Schiphorst waren van bij het begin nauw bij dit avontuur betrokken. Zij kennen deze 104 ZS als hun broekzak.

Eén exemplaar werd door zaakvoeder André Bergs en zijn co Hedi
Van de Kimmenade ingezet. Het andere exemplaar werd te huur aangeboden. Al snel kwam interesse uit onverwachte hoek. De auto werd geregeld gereserveerd door de beloftevolle Zweed Lars Carlsson en de Franse asfaltspecialist François Chauche. Beiden waren bijzonder opgetogen over de kwaliteiten van deze kleine bom op wielen. Carlsson eindigde met co Van de Kimmenade op een zesde plaats algemeen in de Limburgiarally van 1980. Chauche behaalde een zeer verdienstelijke twaalfde plaats in de Boucles de Spa van 1982.

Na een volledige restauratie door René Henckens en zijn vrouw Tiny Moonen staat de voormalige D&V 104 ZS Groep 2 er fris als een hoentje bij. René en Tiny zijn gepassioneerde rallyliefhebbers en haalden de moegestreden leeuw in 1988 in huis. Daar werd het wagentje liefdevol gerestaureerd en in de kleuren gezet waarmee Jean-Claude Lefèbvre en zijn co Jean Todt, de Tour de Corse 1977 reden. René en Tiny zijn lid van het Slowly Sideways, een Duitse club die voormalige rallywagens groepeert. Zij gaan op uitnodiging met deze 104 ZS van start in tal van internationale rally's. Tijdens hun deelname in de Spaanse Catalunya Rally van 2010 kwam Jean Todt hen persoonlijk feliciteren met de restauratie. Het wagentje ziet er dan ook ronduit schitterend uit, is tot in de puntjes verzorgd en met veel gevoel voor detail opgebouwd en onderhouden. Een juweel dat zeker een ereplaats verdient in de icons-hall.

Meer zien en lezen? In de ICONS van 2016 vind je een artikel over Peugeot mijlpalen op weg naar de top.

Peugeot
104 ZS


bouwjaar: 1979
cilinderinhoud: 1364cm³
boring en slag: 75mm x 77mm
max. vermogen: 110pk
versnellingsbak: manueel korte 5 bak
carburateurs: Weber 40
acceleratie 0 - 100 km/u: 9,8 sec
topsnelheid: 160 km/u
bijzonderheden:

Palmares ‘79-’80:
Team: Bergs André - Van de Kimmenade Hedi
Klasse: 1300-1600cc

Een greep uit het palmares:
1° Int. Haspengouwrally ‘79
3° Int. Circuit van de Ardennen ‘80
1° Int. E.L.E Rally van Nederland ‘80
1° Int. Limburgia Rally ‘80
4° Saarland Rally (Duitsland) ‘80
...

Herinnering uit de eighties


België kijkt massaal naar Amerikaanse series als Dallas en Dynasty , luistert naar popmuziek op de walkman, draagt trilobal trainingspakken en poseert voor pasfoto’s met torenhoge kuiven en nektapijtjes,…

De ‘eighties’ zijn de geschiedenisboeken ingegaan met een paar opmerkelijke verschijnselen. Niet alle trends hebben de tand des tijds overleefd. Gelukkig maar!? Wat na al die jaren wel nog altijd staat als een huis zijn de resultaten van Robert Droogmans. Droogmans die samen met Snijers en Duez in de jaren ‘80 deel uitmaakte van de drie musketiers onder de vleugels van Gilbert Staepelaere, heeft flink wat titelambities waargemaakt. Het stuur van de Ford Escort RS 1800 MKII werd vaak naar de hoogste positie gedraaid. We pikken er één topmoment uit: de Limburgiarally van 1982. Feit is dat de wagen toen niet getooid was met de kenmerkende sigarettenreclame. ‘Den Druuge’ joeg de auto naar het ereschavot met een sportief sobere uitmonstering. Eenvoud siert.

Streekrijders Guy en Kevin Leclere hebben een remake van de Escort in deze uitmonstering. Een jaar of wat geleden stond hij te kijk in Zelem aan de promostand van Memorial Rally van Looi. Aanleiding genoeg voor Robert om - voor de verandering niet met de auto, maar met de fiets - naar het event te trappen. Hij complimenteerde voor het fraai stuk autogeschiedenis. Net als de bezoekers van de 10de Oldtimerbeurs in Genk waar de dubbelganger van de overwinningswagen zijn opwachting maakte.

Ford Escort RS1800 Mk II

Bijzonderheden:
De auto is een replica van de Ford Escort RS 1800 MK II, zoals Robert Droogmans die naar de zege stuurde in de Limburgiarally van 1982.

CHRISTIAN DELFERIER,
DE EERSTE BELG DIE EEN WRC-RALLY WON.

Moderator Gilbert Vannutte haalde op de Oldtimersbeurs ook de wellicht meest gelauwerde rallynavigator van ons land voor de micro: Christian Delferier (77) die meer dan een halve eeuw zijn stempel op de rallysport drukte. In 1966 begon hij met Lucien Bianchi in een Citroën DS21. En vandaag, anno 2018, proeft hij van wedstrijden met elektrische auto’s. Bovendien is hij een gegeerd adviseur voor zowat alle automerken die zich in de moeilijke rallysport op hoog niveau willen begeven. Dat komt omdat hij in zo goed als alle autotypes heeft genavigeerd: voorwielaangedreven (Citroën DS), achterwielaangedreven met of zonder klassieke transmissie (Renault Alpine, DAF met de variomatic) als vierwielaangedreven krachtbeesten als Mitsubishi in de Dakar.

Het jaar 1973 is voor de bescheiden grootmeester op het navigatorzitje, mogelijk één van de beste geweest. Hij won niet alleen met Jean-Louis Haxhe in een DAF 66 de ondergesneeuwde ‘Boucles de Spa’, maar reed ook al met Jean-Luc Thérier in een Renault Alpine A110 WRC-rally’s. In de Griekse Acropolisrally won hij en werd zo de eerste Belg die een proef uit het World Rally Championship op zijn naam bracht. Dit gegeven zou echter maar het begin zijn van een weg naar nog grotere roem.
Zijn navigatiewerk werd zo bekend dat iedereen hem in het telraamzitje naast de piloot wilde. Hij voegde nog een overwinning toe in 1974 in de ‘Rally Press on Regardless’ in een Renault 17 Gordini. Met Jean-Claude Andruet in een Fiat 131 Abarth won hij drie keer in het WRC. Onze archieven zeggen dat hij er 26 WRC-evenementen heeft opzitten. Christian reed in alle continenten. Dus ook de Dakar waarin hij met de Brit Andrew Cowan in een Mitsubishi vierde werd. Zijn beste uitslag in de vijf keer dat hij daaraan deelnam. We schreven toen 1990. Christian geniet nu van zijn wereldbekendheid en brengt veel tijd door met oude vrienden.

VITAL BUDO EN ANDRE MALAIS
EREGASTEN IN GENK

Eddy Hermans was altijd al gefascineerd door Renault. Dat verklaart ook de rechtstreekse lijn met de Renault Alpine Club. In zijn bezetenheid voor de Franse vierwieler leert hij de R5 door en door kennen als vlotte en wendbare auto. Voor meer historische achtergrond werd in foto’s en archieven gedoken. Hans Calsius van de Memorial Rally van Looi heeft de bal aan het rollen gebracht voor wat betreft de deco. Om de wagen gepast op te tooien voor dat autosportevent stelde die voor: “zet ‘m dan in ‘de kleuren’ zoals Vital Budo in 1989.” De echtgenote van Eddy heeft dat plan enthousiast doorgezet. Lut staat in het onderwijs en heeft zich met de kleintjes op school verdiept in het fascinerende patroon van 150 driehoeken.

We reizen terug in de tijd naar 1989, het accentjaar waarin Vital Budo (64) en André Malais (64) het Belgisch kampioenschap reden in groep N met een Renault 5 GT Turbo. Een kleurrijke look-alike van de auto waarmee ze destijds de concurrenten het vuur aan de schenen legden, stond in de icons-hall geëxposeerd. Op het nummerbord staat de symbolische verwijzing ‘Budo 01’ te lezen. Reden genoeg voor sportpresentator Gilbert Vannutte om de bewuste piloot voor de micro te halen. Vital Budo, deelnemer tot 2001 aan rally’s voor het Europese- en Wereldkampioenschap, verhaalde voor een belangstellend publiek.

“De R5 was één van de beste auto’s in die tijd. Samen met Benny Raepers hebben we toen daarmee Renault de titel ‘Kampioen van België’ bezorgd. Een straffe toer, omdat wij dat om zeggen zonder iets hebben klaargespeeld terwijl tegenstrevers als Gilbert Stapelaere met Ford over een fiks budget van een paar miljoen franken beschikten.”

Ook de tweede naam op Eddy’s auto tekende dat weekend present op de beurs: André Malais.
André Malais ontpopte zich tot een gewild navigator getuigen de namen op zijn rallyprofiel. Zoals gezegd waren Vital Budo en co André Malais sinds de jaren ‘80 onafscheidelijk. Ze vormden niet alleen ‘het perfecte koppel’ in de R5 Turbo, maar ook in een Renault 21 Turbo, waarmee ze iedereen gek-enthousiast maakten in o.a. de Rally van Looi. Zeg maar voor eigen publiek thuis.
Eddy Hermans was er al een hele poos op gebrand om de toenmalige crew bij zijn ‘kleurenbom’ te krijgen. Op de beurs is die opzet geslaagd. Het plaatje was compleet voor de trotse eigenaar.

Vital Budo en André Malais hebben de tiende Oldtimerbeurs in Genk luister bijgezet. Vooral ook met de R5 Turbo waarmee ze geschiedenis hebben geschreven en waaraan de bezoekers in de Icons-hall letterlijk hun fotobatterijen leeg flitsten.

Renault
R5 GT Turbo

bouwjaar: 1988
cilinderinhoud: 1397cm³
boring en slag: 76mm x 77mm
max. vermogen: 88,5kW / 120pk bij 5750 RPM
versnellingsbak: 5 manueel
carburateurs: Solex 32 DIS 854 met turbolading
acceleratie 0 - 100 km/u: 8 sec
topsnelheid: 204 km/u

bijzonderheden:
de wagen staat standaard met de decoratie van Vital Budo / André Malais zoals ze het kampioenschap in de Groep N reden in 1989. Deze deco is slechts één jaar gebruikt.






Yvette Fontaine & Freddy Loix

Freddy Loix - Opel Kadett E GSi

bouwjaar: 1986
cilinderinhoud: 1800cm³

Opel gebruikte tot midden jaren ‘80 de letters GT/E (Gran Turismo Einspritz) voor de topversies van de Kadett en Manta, om het sportlabel daarna om te dopen in GSi (Gran Sport Injection).
De E-generatie werd eveneens gesausd met de nieuwe naamgeving voor sportieve modellen. De auto kreeg in 1984 als Kadett GSi een 115 pk 1,8-liter viercilinder onder de kap gemonteerd, een blok dat in 1986 vervangen werd voor een net geen 130 pk sterke 2,0 liter grote achtkleps vierpitter. Opel die moest wedijveren met zestienkleppers uit onder andere Japan en het thuisland voorzag in 1988 ook deze GSi van een 16v-versie. De laatste incarnatie van de Kadett GSi was daarmee goed voor 150 pk en 192 Nm, cijfers waarmee de hot hatch in acht tellen naar de 100 km/h op zijn digitale instrumentenpaneel toverde. Zijn topsnelheid was vastgesteld op 217 km/uur.
De auto in deze expo draagt de deco van ‘Fast’ Freddy Loix.

Passero – Racewagen van eigen makelij
Werner Castelyns

Dat een racewagen geen onwaarschijnlijk duur snelheidsmonster hoeft te zijn, bewijst Werner Castelyns uit Retie. Op eigen houtje bouwde hij een remake van een BT21, een hommage aan de formule wagen waarmee de legendarische Australiër Jack Brabham extra momentum kreeg. De ‘Passero’ is een auto van ver buiten de mainstream en toch kreeg die vorm zonder aanslag op de portemonnee. Gewoon met goedkope of gekregen spullen en onderdelen van de Simca voorraadplank.

Lees meer

Volg ons ook op social media

CCDA Classics
ICONS Classic Cars
CDDA Kalender
ICONS Classic Cars
ICONS Classic Cars
ICONS Super Cars